bankwerk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bank·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bank en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bankwerk | bankwerken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het bankwerk o
- (werktuigbouwkunde) koude bewerking van metaal met vijl, beitel enz. aan een werkbank, metaalbewerking
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bankwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.