bangbroeken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bangbroeken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑŋbrukə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bang·broe·ken
Woordherkomst en -opbouw
- bangbroek met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de bangbroeken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bangbroek
Gangbaarheid
- Het woord bangbroeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.