bandspanner

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bandspanner    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• band·span·ner

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  band zn  en  spanner zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bandspanner	bandspanners
verkleinwoord	bandspannertje	bandspannertjes

Zelfstandig naamwoord

de bandspanner m

1. (vlinders) een nachtvlinder uit de familie van de spanners (Geometridae )

Hyponiemen

   

bonte bandspanner bruinbandspanner bruine grijsbandspanner bruine vierbandspanner dennenbandspanner dubbelhoekbandspanner geelbruine bandspanner gelijnde bruinbandspanner geoogde bandspanner gewone bandspanner grauwe bandspanner grijsbandspanner groenbandspanner grote vierbandspanner kalkbandspanner klaverbandspanner kleine groenbandspanner koolbandspanner malvabandspanner oranje bruinbandspanner paarsbandspanner scherphoekbandspanner springzaadbandspanner tandbandspanner vierbandspanner walstrobandspanner witbandspanner witte grijsbandspanner zuidelijke bandspanner

Gangbaarheid

• Het woord 'bandspanner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.