badmintonspeler

Nederlands

badmintonspeler

Uitspraak

• Geluid:  badmintonspeler    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bad·min·ton·spe·ler

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  badminton zn  en  speler zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	badmintonspeler	badmintonspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de badmintonspeler m

1. (badminton), (beroep) persoon die, al dan niet beroepsmatig, de badmintonsport beoefent

   ▸ Dicky Palyama is zonder twijfel Neerlands bekendste badmintonspeler. In 2004 was-ie de nummer zeven van de wereld, negen keer werd hij Nederlands kampioen. Maar hij wist zich nooit te plaatsen voor de Olympische Spelen.

   ▸ Badmintonspeler Elmer Noorman is jeugdkampioen van de Regio Oost geworden bij de spelers tot 19 jaar. Hij versloeg in de Hengelose sporthal Hasseler Es tijdens de finale Jasper Witteveen met 21-14, 21-12.

Hyperoniemen

• sporter

Vertalingen

    1. persoon die de badmintonsport beoefend; persoon die badmintont   

Engels: Badminton players (en)

Gangbaarheid

• Het woord badmintonspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.