autotechniek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autotechniek | autotechnieken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de autotechniek v
- vakgebied van alles wat met het ontwerpen, fabriceren, onderhouden en herstellen van auto's te maken heeft
- ▸ Hoogleraar autotechniek Maarten Steinbuch, van de Technische Universiteit Eindhoven, denkt dat de benodigde aanpassingen "technisch goed te doen" zijn.[2]
- alles wat met het ontwerpen, fabriceren, onderhouden en herstellen van auto's te maken heeft
- ▸ En daarna weer over tot de orde van de dag. "Want het geheim van de smid is toch weer terug naar het normale leven. Toch weer over autotechniek praten."[3]
Gangbaarheid
- Het woord autotechniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Aanpassingen Stint 'goed te doen', toch kan de weg op gaan maanden duren” (13-12-2018), NOS
- ↑ Weblink bron Marijn Dorrestijn“De draad oppakken na fatale steekpartij op school: 'Het blijft je altijd bij'” (19-12-2018), NOS