autokloon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·kloon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en kloon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autokloon | autoklonen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- auto met een valse identiteit
- ▸ De politie heeft dit jaar ruim 200 zogenoemde autoklonen van de weg geplukt. Dat blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De teller stond begin december op 207.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord autokloon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Meer dan 200 autoklonen van de weg geplukt” (Redactie 25-12-2012), Tubantia