arganboom

Nederlands

Een arganboom in de anti atlas in Marokko

Uitspraak

• Geluid:  arganboom    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• ar·gan·boom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  argan  en  boom zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	arganboom	arganbomen
verkleinwoord	arganboompje	arganboompjes

Zelfstandig naamwoord

de arganboom m

1. (bloemplanten) Sideroxylon spinosum  een boom uit de familie Sapotaceae . Uit de olierijke zaden wordt arganolie gewonnen. De soort wordt ook regelmatig als Argania spinosa in het monotypische geslacht Argania ondergebracht

Hyperoniemen

• zaadplanten, asteriden, 'nieuwe' tweezaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'arganboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] arganboom op Wikidata