arbeidscultuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidscultuur | arbeidsculturen |
verkleinwoord | arbeidscultuurtje | arbeidscultuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidscultuur v
- de manier waarop werkenden met elkaar omgaan op de werkvloer
- ▸ In een zaal in Milaan komen tientallen agenten in uniform openlijk bijeen om over homofobie en afwijzing binnen de politiediensten te praten. Het is extra moeilijk wanneer je als politieman of -vrouw uit de kast wilt komen. De arbeidscultuur en de soms harde omgangssfeer binnen de Italiaanse politie helpen je zeker niet, stelt Moro.[2]
- de energie die men geacht wordt in zijn werk te steken
- ▸ Een medewerker noemt de arbeidscultuur binnen de PVV-fractie "blanke slavernij". Een arbo-arts heeft een van de werknemers wegens "disproportionele druk" arbeidsongeschikt verklaard.[3]
Synoniemen
- [2] arbeidsethos
Gangbaarheid
- Het woord arbeidscultuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Het is nog lang geen 2016 voor Italiaanse homo-agent” (Dinsdag 11 oktober 2016, 12:22), NOS
- ↑ Weblink bron “PVV ontkent extreme werkdruk medewerkers” (Zaterdag 14 januari 2017, 13:15), NOS