aquaplanen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van aquaplanen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		aquaplanen			te aquaplanen
	toekomend		zullen aquaplanen			te zullen aquaplanen
voltooid	tegenwoordig		hebben geaquaplaned			te hebben geaquaplaned
	toekomend		geaquaplaned zullen hebben			geaquaplaned te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	aquaplanend		geaquaplaned			ev. aquaplane	mv. verouderd aquaplanet	aquaplane
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	aquaplane	aquaplanet	aquaplanet	aquaplanet	aquaplanet	aquaplanen	aquaplanen	aquaplanen
verleden (o.v.t.)	aquaplanede	aquaplanede	aquaplanede	aquaplanede	aquaplanede	aquaplaneden	aquaplaneden	aquaplaneden
toekomend (o.t.t.t.)	zal aquaplanen	zult/zal aquaplanen	zult/zal aquaplanen	zult aquaplanen	zal aquaplanen	zullen aquaplanen	zullen aquaplanen	zullen aquaplanen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou aquaplanen	zou aquaplanen	zou(dt) aquaplanen	zoudt aquaplanen	zou aquaplanen	zouden aquaplanen	zouden aquaplanen	zouden aquaplanen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geaquaplaned	hebt geaquaplaned	hebt/heeft geaquaplaned	hebt geaquaplaned	heeft geaquaplaned	hebben geaquaplaned	hebben geaquaplaned	hebben geaquaplaned
verleden (v.v.t.)	had geaquaplaned	had geaquaplaned	had geaquaplaned	hadt geaquaplaned	had geaquaplaned	hadden geaquaplaned	hadden geaquaplaned	hadden geaquaplaned
toekomend (v.t.t.t.)	zal geaquaplaned hebben	zal/zult geaquaplaned hebben	zult/zal geaquaplaned hebben	zult geaquaplaned hebben	zal geaquaplaned hebben	zullen geaquaplaned hebben	zullen geaquaplaned hebben	zullen geaquaplaned hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geaquaplaned hebben	zou geaquaplaned hebben	zou/zoudt geaquaplaned hebben	zoudt geaquaplaned hebben	zou geaquaplaned hebben	zouden geaquaplaned hebben	zouden geaquaplaned hebben	zouden geaquaplaned hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geaquaplaned worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geaquaplaned				er is geaquaplaned
verleden	er werd geaquaplaned				er was geaquaplaned
toekomend	er zal geaquaplaned worden				er zal geaquaplaned zijn
voorwaardelijk	er zou geaquaplaned worden				er zou geaquaplaned zijn