appreciëren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: appreciëren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·pre·ci·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘op of naar waarde schatten’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- afgeleid van het Franse apprécier (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
appreciëren |
apprecieerde |
geapprecieerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
appreciëren
- overgankelijk naar waarde schatten, op prijs stellen
- Dat werd bijzonder geapprecieerd.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord appreciëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "appreciëren" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "appreciëren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ appreciëren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %