apostaat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  apostaat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• apos·taat

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Latijnse apostatum met het achtervoegsel -aat

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	apostaat	apostaten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de apostaat m

1. (religie) afvallige

Synoniemen

• afvallige, geloofsverzaker, renegaat

Vertalingen

    1.   

Spaans: apóstata (es) m / v

Gangbaarheid

• Het woord apostaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "apostaat" herkend door:

28 %	van de Nederlanders;
31 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.