apartheidstijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- apart·heids·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apartheidstijd | apartheidstijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de apartheidstijd m
- periode van 1948 tot 1990 toen er rassenscheidingswetten golden in Zuid-Afrika
- ▸ De Zuid-Afrikaanse regering heeft het leger naar de townships gestuurd om de politie bij te staan. Het zijn taferelen die doen denken aan de apartheidstijd, voor de komst van democratie in 1994.[1]
Gangbaarheid
- Het woord apartheidstijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Corona bereikt overvolle townships Zuid-Afrika: 'Onwetendheid zal ons doden'” (Maandag 30 maart 2020, 18:41), NOS