antiklerikaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  antiklerikaal    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɑntiˌkleriˌkal / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• an·ti·kle·ri·kaal

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  klerikaal bn  met het voorvoegsel anti-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	antiklerikaal	antiklerikaler	antiklerikaalst
verbogen	antiklerikale	antiklerikalere	antiklerikaalste
partitief	antiklerikaals	antiklerikalers	-

Bijvoeglijk naamwoord

antiklerikaal

1. tegen (de invloed van) de geestelijkheid gericht

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	antiklerikaal	antiklerikalen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de antiklerikaal m

1. (religie) iemand die antiklerikaal is

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord antiklerikaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.