afvagen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afvagen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·va·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af bw  en  vagen ww 

Werkwoord

afvagen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afvagen	vaagde af	afgevaagd
zwak -d	volledig

1. afvegen
2. wegnemen

Gangbaarheid

• Het woord afvagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afvagen" herkend door:

25 %	van de Nederlanders;
40 %	van de Vlamingen.