affiliatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: affiliatie (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɑfiliˈja(t)si/
Woordafbreking
- af·fi·li·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van affiliëren met het achtervoegsel -atie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | affiliatie | affiliaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de affiliatie v
- verbondenheid met een moederorganisatie
- acceptatie als lid van een vereniging of verbond
Vertalingen
2. acceptatie als lid van een vereniging of verbond
Gangbaarheid
- Het woord affiliatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "affiliatie" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ affiliatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 78 %