afbestellen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afbestellen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·be·stel·len

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af bw  en  bestellen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afbestellen	bestelde af	afbesteld
zwak -d	volledig

Werkwoord

afbestellen

1. overgankelijk een besteld iets afzeggen

   • Kun jij dat abonnement digitaal voor mij afbestellen? 

Vertalingen

    1. een besteld iets afzeggen   

Duits: abbestellen (de) Engels: cancel (en)

Frans: décommander (fr) Spaans: cancelar (es), anular (es), contramandar (es)

Gangbaarheid

• Het woord afbestellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.