adresbestand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- adres·be·stand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van adres en bestand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adresbestand | adresbestanden |
verkleinwoord | adresbestandje | adresbestandjes |
Zelfstandig naamwoord
het adresbestand o
- (informatica) bestand van adressen van bepaalde personen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord adresbestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.