achterdeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  achterdeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ach·ter·deel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  achter  en  deel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	achterdeel	achterdelen
verkleinwoord	achterdeeltje	achterdeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het achterdeel o

1. het deel aan het einde

   • Het achterdeel van de trein werd afgeplitst en bleef op het station achter. 

Antoniemen

• kopstuk, voordeel, voorstuk

Verwante begrippen

• slotdeel, staartstuk

Vertalingen

    1. het deel aan het einde   

Papiaments: parti patras

Spaans: parte trasera (es) v, parte posterior (es) v

Gangbaarheid

• Het woord achterdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.