abduceren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ab·du·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abduceren |
abduceerde |
geabduceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
abduceren
- (medisch) van de middellijn af bewegen, in geval van een arm of een been van de mediaanlijn af
- wegvoeren, ontvoeren (ook van personen)
Vertalingen
1. van de middellijn af bewegen
Gangbaarheid
- Het woord 'abduceren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.