aardbodem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·bo·dem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aard en bodem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbodem | aardbodems |
verkleinwoord | aardbodempje | aardbodempjes |
Zelfstandig naamwoord
de aardbodem m
- (aardrijkskunde) grond of bodem aan de oppervlakte van de aarde waarop de mensen, de dieren en de planten leven
Synoniemen
- aardoppervlakte
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aardbodem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aardbodem" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be