aanstelster

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanstelster    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈanstɛlstər / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·stel·ster

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aanstellen met het achtervoegsel -ster

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanstelster	aanstelsters
verkleinwoord	aanstelstertje	aanstelstertjes

Zelfstandig naamwoord

de aanstelster v

1. iemand van het vrouwelijk geslacht die zich aanstelt

   • Zij overdrijft altijd zo, ze is echt een aanstelster. 

   ▸ Wat ben je toch een koukleum, ging het door haar heen. Een aanstelster.

Verwante begrippen

• aansteller

Gangbaarheid

• Het woord 'aanstelster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.