aanpassingsperiode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanpassingsperiode (hulp, bestand)
- IPA: / ˈampɑsɪŋsˌperijodə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·pas·sings·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanpassing en periode met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanpassingsperiode | aanpassingsperioden, aanpassingsperiodes |
verkleinwoord | aanpassingsperiodetje | aanpassingsperiodetjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanpassingsperiode v
- een periode die nodig is of verondersteld wordt nodig te zijn voor een aanpassing
- Deze personen kunnen na een aanpassingsperiode minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2.
Synoniemen
Verwante begrippen
- aanpassingsbeleid, aanpassingsfactor, aanpassingskosten, aanpassingsprobleem, aanpassingsproces, aanpassingsprogramma, aanpassingsstoornis, aanpassingstactiek, aanpassingstechniek, aanpassingsvermogen
Gangbaarheid
- Het woord aanpassingsperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 7 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal