aanmelding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmelding (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmɛldɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·mel·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanmelden met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmelding | aanmeldingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanmelding v
- het bericht dat iemand aanwezig zal zijn en al dan niet zal meedoen
- "De toegang tot genetische rijkdommen is afhankelijk van de vooraf, op basis van aanmelding, gegeven instemming van de Partij die de rijkdommen levert, tenzij die Partij anders beslist." [1]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
- aanmeldingsbon, aanmeldingsdatum, aanmeldingsformulier, aanmeldingsprocedure, aanmeldingspunt, aanmeldingstermijn
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanmelding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanmelding" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Artikel 15 lid 5 van het Verdrag inzake biologische diversiteit.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %