aaneenhangen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aaneenhangen    (hulp, bestand)
• IPA: / anˈenhɑŋə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·een·han·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aaneen bw  en  hangen ww 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
aaneenhangen	hing aaneen	aaneengehangen
klasse 7	volledig

Werkwoord

aaneenhangen

1. absoluut losjes aan elkaar hangen, vooral figuurlijk

   • Het wielrennen hangt aaneen van de mythische verhalen. 

Uitdrukkingen en gezegden

• van leugens aaneenhangen
  louter uit leugens bestaan of louter leugens verkondigen

Vertalingen

    1.   

Bulgaars: свързан съм (bg), имам връзка (bg)

Gangbaarheid

• Het woord aaneenhangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.