aalput

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aalput    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈalpʏt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• aal·put

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  aal  en  put 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aalput	aalputten
verkleinwoord	aalputje	aalputjes

Zelfstandig naamwoord

de aalput m

1. (bouwkunde) een put waarin fecaliën verzameld worden

Synoniemen

• beerput

Verwante begrippen

• beerschepper

Vertalingen

    1.   

Duits: Senkgrube (de) v Engels: cesspit (en)

Frans: fosse d'aisances (fr) v Spaans: pozo negro (es) m, pozo ciego (es) m, pozo séptico (es) m

Gangbaarheid

• Het woord aalput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aalput" herkend door:

40 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.