aalelger

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aalelger    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈalɛlxər / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• aal·el·ger

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  aal zn  en  elger zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aalelger	aalelgers
verkleinwoord	aalelgertje	aalelgertjes

Zelfstandig naamwoord

de aalelger m

1. (visserij) een hark waarmee men probeert palingen te vangen (eigenlijk een tautologie want elger betekent hetzelfde)

Gangbaarheid

• Het woord 'aalelger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.