Randstad
Niet te verwarren met: randstad |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Rand·stad
Woordherkomst en -opbouw
- randstad zn , geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.E, op te vatten als (verkorting) van Randstad Holland en ; in de betekenis van ‘aaneengroeiend stedencomplex in de westhoek van Nederland’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Randstad | - |
verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
- (toponiem) ringvormige groep steden in het westen van Nederland, met als belangrijkste centra Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. ringvormige groep steden in het westen van Nederland, met als belangrijkste centra Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag
Gangbaarheid
- Het woord Randstad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Randstad op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "Randstad" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Verkorting in het Nederlands
- Eigennaam in het Nederlands
- Aardrijkskunde van Nederland in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal