Hondurees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Hon·du·rees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Hondurees | Hondurezen |
verkleinwoord | Hondureesje | Hondureesjes |
Zelfstandig naamwoord
de Hondurees m
- (demoniem) inwoner van Honduras
- De Hondurezen werden opgeschrikt door een staatsgreep.
Verwante begrippen
Demoniemen bij Honduras in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Hondurees • inwoonster: Hondurese • bijvoeglijk: Hondurees |
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Hondurees | Hondureser | Hondureest |
verbogen | Hondurese | Honduresere | Hondureeste |
partitief | Hondurees | Honduresers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Hondurees
- (demoniem) op Honduras betrekking hebbend
- De afgezette Hondurese president is weer in zijn land teruggekeerd, maar hij moest zijn toevlucht zoeken in een ambassade.
Vertalingen
1. inwoner van Honduras
Gangbaarheid
- Het woord Hondurees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.