Bangkokse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bang·kok·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bangkokse | Bangkoksen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Bangkokse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Bangkok, of een vrouw afkomstig uit Bangkok
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bangkok in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bangkokker • inwoonster: Bangkokse • bijvoeglijk: Bangkoks |
Bijvoeglijk naamwoord
Bangkokse
- verbogen vorm van de stellende trap van Bangkoks
Gangbaarheid
- Het woord 'Bangkokse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.