Autogramm
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Au·to·gramm
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Griekse woord "gramm" (= teken) met het Griekse voorvoegsel "auto-" (= eigen, zelf)
- Duits zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel auto-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Autogramm | die Autogramme |
genitief | des Autogramms | der Autogramme |
datief | dem Autogramm | den Autogrammen |
accusatief | das Autogramm | die Autogramme |
Zelfstandig naamwoord
Autogramm, o
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- ein Autogramm bekommen
een autogram krijgen
- ein Autogramm geben
een autogram geven