Alarmzeichen
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈalaɐ̯mʦaɪ̯çn̩/, (duidelijk uitgesproken) /aˈlaʁmˌʦaɪ̯çən/
Woordafbreking
- Alarm·zei·chen
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Alarmzeichen o
- alarmteken
- «Akute Schmerzen erfüllen meist eine sinnvolle Warnfunktion und sind Alarmzeichen des Körpers.»
- Acute pijnen vervullen meestal een zinvolle waarschuwingsfunctie en zijn alarmtekens van het lichaam.
- «Akute Schmerzen erfüllen meist eine sinnvolle Warnfunktion und sind Alarmzeichen des Körpers.»
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Alarmzeichen | die Alarmzeichen |
genitief | des Alarmzeichens | der Alarmzeichen |
datief | dem Alarmzeichen | den Alarmzeichen |
accusatief | das Alarmzeichen | die Alarmzeichen |