52-jarig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  52-jarig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtwejənˌfɛiftəxˌjarəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• 52-ja·rig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende afleiding van 52 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	52-jarig
verbogen	52-jarige
partitief	52-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

52-jarig

1. 52 jaren durend

   • Gedurende dit 52-jarig tijdperk heerste er vrede. 

2. met de leeftijd van 52 jaar

   • Bij de brand viel helaas een 52-jarig slachtoffer. 

Schrijfwijzen

• tweeënvijftigjarig

Afgeleide begrippen

•  52-jarige zn 

Gangbaarheid

• Het woord '52-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.