166-jarig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 166-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 166-jarig |
verbogen | 166-jarige |
partitief | 166-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
166-jarig
- 166 jaren durend
- Gedurende dit 166-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden.
- met de leeftijd van 166 jaar
- Het 166-jarig schildpadmannetje eet graag wortels.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '166-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 8 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal