suikerpeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: suikerpeer (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- sui·ker·peer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van suiker en peer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | suikerpeer | suikerperen |
verkleinwoord | suikerpeertje | suikerpeertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) een van de vroegst oogstbare peren. De herkomst is niet bekend, waarschijnlijk Nederlands, voor de Tweede Wereldoorlog algemeen aangeplant in Noord-Holland voor export naar Groot-Brittannië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord suikerpeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] suikerpeer op Wikidata