patch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

UTP / ehternetkabel nodig voor het maken van een patch
Uitspraak
Woordafbreking
  • patch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patch patches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de patchm

  1. (informatica) aansluiting van apparaten via een ethernetkabel
  2. (informatica) softwareaanpassing, bedoeld om fouten te verhelpen
    • Na enig heen en weer gepraat met de elektronische helpdesk van Encyclopaedia Britannica heb ik via e-mail een fix (patch of hulpprogramma) ontvangen, waardoor de CD-rom nu ook met de Nederlandse versie van Microsoft Internet Explorer kan bekeken worden. [2] 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
patchen

patch

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patchen
    • Ik patch. 
  2. gebiedende wijs van patchen
    • Patch! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van patchen
    • Patch je? 

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. patch op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Joop Blom 2 mei 1998
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Mogelijk van Oudfrans pieche, of van een Oudengels woord wat zelf niet is overgeleverd.[1]
enkelvoud meervoud
patch patches

Zelfstandig naamwoord

patch

  1. vlek
  2. (textiel) lapje stof
  3. een klein beetje
  4. (medisch) pleister [1]
  5. (informatica) patch
Afgeleide begrippen
vervoeging
onbepaalde wijs to  patch 
he/she/it  patches 
verleden tijd  patched 
voltooid
deelwoord
 patched 
onvoltooid
deelwoord
 patching 
gebiedende wijs  patch 

Werkwoord

patch

  1. overgankelijk een lapje (stof e.d.) bevestigen op
  2. overgankelijk snel in elkaar zetten, ineenflansen, samenflansen
  3. overgankelijk (op gehaaste wijze) beslechten, bijleggen [2]
  4. overgankelijk, (informatica) patchen
  5. overgankelijk bevlekken, vlekken maken op
  6. overgankelijk, (elektronica) circuits [2] op elkaar aansluiten

Verwijzingen

  1. patch (n.1), Online Etymology Dictionary