natalpruim

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  natalpruim    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• na·tal·pruim

Woordherkomst en -opbouw

• geoniem, samenstelling van  Natal en "gebied van het huidige Zuid-Afrika "  en  pruim zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	natalpruim	natalpruimen
verkleinwoord	natalpruimpje	natalpruimpjes

Zelfstandig naamwoord

de natalpruim v / m

1. (bloemplanten) Carissa macrocarpa  een plant uit de maagdenpalmfamilie (Apocynaceae ). Het is een groenblijvende, klimmende, tot 0,5 m hoge struik. Alle plantendelen bevatten een kleverig melksap. De takken zijn bezet met tot 5 cm lange, vertakte doornen. De bladeren zijn tegenoverstaand, ovaal, 3-7 cm lang, donkergroen, leerachtig en glanzend aan de bovenzijde. De bloemen hebben een lange bloembuis en zijn erg geurend

Hyperoniemen

• maagdenpalmfamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'natalpruim' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] natalpruim op Wikidata