kierleeuwenbek

Nederlands

kleine leeuwenbek (Chaenorhinum minus)

Uitspraak

• Geluid:  kierleeuwenbek    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• kier·leeu·wen·bek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kier  en  leeuwenbek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kierleeuwenbek	kierleeuwenbekken
verkleinwoord	kierleeuwenbekje	kierleeuwenbekjes

Zelfstandig naamwoord

de kierleeuwenbek m

1. (bloemplanten) een geslacht Chaenorhinum  van planten uit de weegbreefamilie (Plantaginaceae ). Het geslacht komt met één soort, de kleine leeuwenbek (Chaenorhinum minus ), in België en Nederland voor

Hyperoniemen

• weegbreefamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• kleine leeuwenbek, marjoleinbekje

Gangbaarheid

• Het woord 'kierleeuwenbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] kierleeuwenbek in het Nederlands Soortenregister N
• [1] kierleeuwenbek op Wikidata