hoofd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘kop’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: hovet
Oudnederlands: hōvit
Germaans: *haubudan
Indo-Europees: *káput
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: head (Angelsaksisch: hēafod), Duits: Haupt, (Oudhoogduits: houbit), Fries: haed, haude (Oudfries: hāved, hāfd)
Noord: Zweeds: huvud, Deens: hoved, Noors: hode, (Oudnoords: haufuð), IJslands: höfuð, Faeröers: høvd
Oost: Gotisch: haubiþ
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofd hoofden
verkleinwoord hoofdje hoofdjes

Zelfstandig naamwoord

het hoofdo

  1. (anatomie) bovenste deel van het lichaam boven de hals, waarin zich de hersenen en oren, ogen en neus bevinden
    • Vroeger werden misdadigers van het hoofd ontdaan. 
     Na een gigantische knal vlak boven ons hoofd stonden de stoere jonge gasten binnen tien seconden ook binnen. Zelfs zij waren zich rot geschrokken van de klap, en beseften dat het nu menens was. De meeste gezichten had ik nog nooit gezien.[2]
  2. (figuurlijk) hoogste of voorste deel van een geheel
    • Aan het hoofd van de tafel stond een beeldje. 
  3. (figuurlijk) belangrijker, hoogste (als eerste deel van een samenstelling)
    • Je moet hoofd- en bijzaken uit elkaar te houden. 
  4. (bedrijfskunde) (figuurlijk), iemand die leiding geeft aan een onderdeel van een organisatie
    • Hij is het hoofd van de afdeling. 
  5. (waterbeheer) haaks op een rivieroever of kust aangelegde krib, dam, golfbreker of (wandel-) pier
    • Op de hoofden zijn altijd wel hengelaars aan het vissen. 
  6. (scheepvaart) uitgebouwde aanlegsteiger of losplaats
  7. (taalkunde) kernwoord van een constituent [2] (meestal een zelfstandig naamwoord of werkwoord)
1hoofd, 2gezicht, 3hals, 4schouder, 5borst, 6buik, 7heup, 8onderbuik, 9penis, 10dijbeen, 11knie, 12been, 13enkel, 14voet, 15bovenarm, 16elleboog, 17onderarm, 18pols, 19hand
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "hoofd" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 17
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be