hat

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: hát

Angelsaksisch

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

hāt

  1. heet, vurig
    «Ðeos wyrt byþ cenned on hatum stowum.»
    Deze plant wordt gekweekt op warme plaatsen.
Overerving en ontlening

Zelfstandig naamwoord

hāt o

  1. belofte
Verwante begrippen


Duits

Uitspraak

Werkwoord

hat

  1. heeft (derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haben)


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Angelsaskische hætt.
enkelvoud meervoud
hat hats

Zelfstandig naamwoord

hat

  1. hoed


Hongaars

Telwoord (hun)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
Uitspraak

Hoofdtelwoord

hat

  1. zes