guichelheil

Nederlands

Blauw guichelheil

Uitspraak

• Geluid:  guichelheil    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣœʏ̯.χəɫ.ɦɛɪ̯l/

Woordafbreking

• gui·chel·heil

Woordherkomst en -opbouw

• Van Middelnederlands guich (gek) en heil. Het werd gebruikt als medicijn tegen geestelijke aandoeningen.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	guichelheil	guichelheilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het guichelheil o

1. (bloemplanten) een geslacht Anagallis  van planten dat in de 23e druk van de Heukels geplaatst wordt in de sleutelbloemfamilie (Primulaceae ). Merk op dat moderne taxonomen het geslacht vaak plaatsen in de familie Myrsinaceae 

Hyperoniemen

• sleutelbloemfamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• blauw guichelheil, rood guichelheil, teer guichelheil

Vertalingen

    Anagallis   

Frans: mouron (fr)

Gangbaarheid

• Het woord guichelheil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] guichelheil in het Nederlands Soortenregister N
• [1] guichelheil op Wikidata
• [1] guichelheil op "Wilde planten in Nederland en België" ♣