downdate

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • down·date
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord downdate downdates
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de downdatem

  1. relatie met iemand uit een lagere sociale klasse
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
downdaten

downdate

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downdaten
    • Ik downdate. 
  2. gebiedende wijs van downdaten
    • Downdate! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downdaten
    • Downdate je? 

Gangbaarheid