beneluxering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Woordafbreking
  • be·ne·luxe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beneluxering beneluxeringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de beneluxeringv

  1. Wanneer internationale ondernemingen hun activiteiten in de Benelux-landen op één plaats concentreren.
    • De bedrijven sprongen daardoor mee op de kar van de beneluxering en vertrokken richting Breda. 

Gangbaarheid