aanspoelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspoelen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspulə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spoe·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en spoelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanspoelen |
spoelde aan |
aangespoeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanspoelen
- ergatief met het water meedrijven en vervolgens aan land komen te liggen
- De inhoud van de container die van het schip was afgevallen was op het strand aangespoeld.
- ▸ Later spoelde hij aan en overleed hij in het ziekenhuis.[1]
- overgankelijk vormen door aanslibbing
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. met het water meedrijven en vervolgens aan land komen te liggen
Gangbaarheid
- Het woord aanspoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanspoelen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %