aanklampen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanklampen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɲklɑmpə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·klam·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘staande houden’ voor het eerst aangetroffen in 1672 [1]
- samenstelling van aan vz en klampen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanklampen |
klampte aan |
aangeklampt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanklampen
- (scheepvaart) enteren
- overgankelijk aanspreken, vaak op hinderlijke wijze
- Op weg naar de vergadering werd hij aangeklampt door een lastige collega, die zich maar al te gegriefd voelde toen hij zei dat hij echt geen tijd had.
- inergatief aanhaken, zich net aan bij de rest voegen
- De achterblijver kon nog net bij het peleton aanklampen.
Vertalingen
1. enteren
2. aanspreken
Gangbaarheid
- Het woord aanklampen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanklampen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "aanklampen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %