aanklager
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kla·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanklager | aanklagers |
verkleinwoord | (aanklagertje) | (aanklagertjes) |
Zelfstandig naamwoord
de aanklager m
- (juridisch) iemand die een strafzaak aanspant
Hyponiemen
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van aanklaagster
Typische woordcombinaties
officier van justitie
Vertalingen
1. iemand die een proces aanspant
Gangbaarheid
- Het woord aanklager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanklager" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %