aandelenoptieplan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·de·len·op·tie·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aandelenoptie zn en plan zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aandelenoptieplan | aandelenoptieplannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het aandelenoptieplan o
- regeling waarbij een werknemer het recht heeft om voor een bepaald bedrag een aandeel te kopen
- ▸ Eerder, in 2011, had hij zelf al het aandelenoptieplan voor zijn senior managers helpen financieren.[1]
Synoniemen
Vertalingen
1. regeling waarbij een werknemer het recht heeft om voor een bepaald bedrag een aandeel te kopen
Gangbaarheid
- Het woord 'aandelenoptieplan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Pascal Dendooven“Luc Desender verpandde zijn eigen management” (28/01/2014), De Standaard