zwierig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwie·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwierig zwieriger zwierigst
verbogen zwierige zwierigere zwierigste
partitief zwierigs zwierigers -

Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

zwierig

  1. met zwier; elegant, bevallig.
    • Een zwierige dame, gebruikt als bn. 
    • Een zwierig mooie dame, gebruikt als bw. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen