zwemvierdaagse

Nederlands

zwemvierdaagse

Uitspraak

• Geluid:  zwemvierdaagse    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwem·vier·daag·se

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwem ww  en  vierdaagse zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwemvierdaagse	zwemvierdaagsen zwemvierdaagses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwemvierdaagse m

1. zwemfestijn waarbij de deelnemers 4 dagen achtereen een bepaalde afstand zwemmend afleggen

   ▸ Er doen deze week meer dan 750 mensen mee aan de Zwemvierdaagse Apeldoorn. Daarmee hervindt het evenement zijn populariteit, nadat jarenlang de teller niet boven de 500 kwam.

   ▸ Op de eerste dag van de 50ste Zwem4Daagse Deventer heeft Marga van Feggelen maandagochtend op een gang van het Borgelerbad een bronzen beeld met plaquette onthuld. Het gaat om het bronzen hoofd van wijlen haar vader Ruud van Feggelen, de grondlegger van de zwemvierdaagse in Nederland.

Hyperoniemen

• sportevenement

Verwante begrippen

• wandelvierdaagse

Gangbaarheid

• Het woord zwemvierdaagse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.