zwemtrap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

een zwemtrapje aan beide uiteinden en in het midden van de korte zijde van het zwembad
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·trap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemtrap zwemtrappen
verkleinwoord zwemtrapje
zwemtrappetje
zwemtrapje
zwemtrapjes

Zelfstandig naamwoord

de zwemtrapm

  1. trap of ladder waarmee een zwemmer in of uit het water kan gaan
    • Het casco is gemaakt van 5 mm dik staal en de kwaliteit ontdek je aan details zoals de zwemtrap die doorloopt in het roer en het fraai gekromde dak. [1] 
    • Op het perceel is parkeerruimte voor drie auto’s. Aan zowel de voor- en achterzijde van de woning bevindt zich een zonneterras. Verder is er nog een eigen aanlegsteiger en zwemtrap. Maarten: „Elke ochtend neem ik een frisse duik. Dan rol ik zo vanuit mijn bed het water in!” [2] 

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. De Telegraaf PCO ONGERING 24 jun. 2017 Klassieke beauty
  2. De Telegraaf HORTENCE CHEN 03 jun. 2017 Het glazen huis
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be