zwemgebeuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·ge·beu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwemmen zn en gebeuren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemgebeuren | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het zwemgebeuren o
- alle activiteiten die betrekking hebben op een zwemactiviteit
Gangbaarheid
- Het woord 'zwemgebeuren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.